Rassenlijst Bomen kwaliteit

Kwaliteit

Voor een goed kwaliteits-, resistentie- en milieumanagement is goed teeltmateriaal een eerste vereiste. Ook bepaalt de keuze van het teeltmateriaal in belangrijke mate de productiecapaciteit en onderhoudsbehoefte van de bomen in hun latere groeifase.

Kwaliteit van teelt- en uitgangsmateriaal  

Bij de aanschaf van beplantingsmateriaal moet dan ook niet alleen gelet worden op de aanschafprijs, maar vooral ook op de kwaliteit van het teeltmateriaal. De kwaliteit van teeltmateriaal wordt bepaald door de genetische kwaliteit, de gezondheid, de uiterlijke kwaliteit en de conditionele kwaliteit, waarbij de uiteindelijke resultaten betreffende vorm, groei en onderhoud mede beïnvloed worden door de milieuomstandigheden.  

Genetische kwaliteit  

Kennis over de genetisch bepaalde eigenschappen en hoe rassen met verschillende combinaties van eigenschappen reageren (bijvoorbeeld op verschillende milieus) is van essentieel belang. De waarde van een ras wordt bepaald door het gehele complex van eigenschappen in hun onderlinge samenhang. Bij de aanbeveling zijn de verschillende eigenschappen van een ras op een evenwichtige wijze tegen elkaar afgewogen. Daarbij is zoveel als mogelijk het belang van de gehele keten in beschouwing genomen. In deze rassenlijst worden de van belang zijnde eigenschappen (genetische kwaliteit) apart beschreven en is het mogelijk de verschillende rassen en herkomsten op een evenwichtige wijze met elkaar te vergelijken.  

Teeltmateriaal kan op verschillende wijzen vermeerderd worden. Bij de vegetatief vermeerderde rassen (klonen) hebben in principe alle individuen dezelfde genetische samenstelling en dus dezelfde genetische kwaliteit.  

Rasechtheid en raszuiverheid

Rasechtheid en raszuiverheid behoren in vermeerderingsprogramma’s door de producenten zelf doorlopend bewaakt te worden. Een waarborg voor rasecht (vermeerderings)materiaal kan verkregen worden door zogenaamd Naktuinbouw gecertificeerd materiaal aan te schaffen. Voor veel gewassen is bovendien bij Vermeerderingstuinen Nederland voor boomkwekers goed geselecteerd en gecertificeerd teeltmateriaal verkrijgbaar, waardoor onder andere de rasechtheid gewaarborgd is. Bij de generatief vermeerderde herkomsten is elk individu verschillend maar kan toch gesproken worden van een zelfstandige eenheid met voor die eenheid kenmerkende eigenschappen.  

Vier categorieën

Tussen herkomsten bij generatief vermeerderd teeltmateriaal bestaan verschillen in genetische kwaliteit. In de rassenlijst zijn de aanbevolen herkomsten op grond van bepaalde selectiecriteria onderverdeeld in vier categorieën: getest uitgangsmateriaal, gekeurd uitgangsmateriaal, geselecteerd uitgangsmateriaal en materiaal van bekende origine, speciaal voor autochtone Nederlandse herkomsten. Naktuinbouw zorgt voor de certificering van teeltmateriaal in één van deze categorieën.  

Van teeltmateriaal dat gecertificeerd in de categorieën geselecteerd of gekeurd wordt verhandeld, wordt op basis van een beoordeling van de ouderopstand (dus niet het teeltmateriaal zelf) verwacht dat het teeltmateriaal op grond van bepaalde biologische wetmatigheden een zekere geschiktheid voor aanplant bezit. Hierbij is - afhankelijk van de boomsoort - gelet op boomvorm, takkigheid, dikte en stand van de takken, uitloopstadium en groei- en gezondheidsaspecten. 

Voor de categorie ‘getest’ worden nakomelingen van de verschillende ouderopstanden in goed aangelegde proefvelden met elkaar vergeleken. Alleen die ouderopstanden die op deze wijze hun meerwaarde hebben bewezen zijn opgenomen in deze categorie. 

Zaadgaarden

Een zaadgaard is nog een stapje verder in het selectieproces. Hierbij worden de beste individuen individueel geselecteerd. Hetzij fenotypisch, hetzij op basis van hun nakomelingen en vervolgens via vegetatieve vermeerdering bij elkaar geplaatst. Zaad gewonnen van een dergelijke zaadgaard valt in de categorie zaadgaard met gekeurd uitgangsmateriaal. 

Het teeltmateriaal met de meeste zekerheid wordt verkregen uit zaadgaarden waarvan de nakomelingen hun waarde hebben bewezen in goed aangelegde proeven. Zaad gewonnen van deze zaadgaarden valt in de categorie zaadgaard met getest uitgangsmateriaal. 

Uiterlijke kwaliteit  

Het Nederlands Normalisatie-Instituut (NNI) heeft voor bos- en haagplantsoen een Nederlandse Norm ontwikkeld (de ‘NEN 7412 - Bos- en haagplantsoen, eisen, criteria en leveringsvoorwaarden’). De norm bevat criteria en eisen voor de kwaliteit van bos- en haagplantsoen, inclusief bewortelde stek van de soorten populier en wilg. De norm geeft aan op welke wijze bos- en haagplantsoen moet zijn aangeduid en is een hulpmiddel om te beoordelen of plantmateriaal aan de gestelde eisen voor zowel de teelt als de aflevering voldoet. 

Er is een indeling van plantmateriaal in elkaar overlappende lengtecategorieën: voor naaldboomsoorten zijn twee lengtecategorieën te onderscheiden, voor loofboomsoorten drie. Tot dusverre werdplantmateriaal geleverd in een groot aantal handelssorteringen, waarbij een zwaardere sortering staat voor een hogere prijs. In de praktijk is gebleken dat afnemers geen behoefte hebben aan een grote keus uit sorteringen, maar wel dat plantmateriaal aansluit bij het gebruik ten aanzien van minimum/maximumlengte (bijvoorbeeld concurrentievermogen ten opzichte van onkruid; wilddruk; machinaal planten). De indeling in lengtecategorieën biedt de afnemer voldoende keus en voorkomt onnodig sorteren. 

Bij plantmateriaal voor bos- en haagplantsoen geeft de norm symbolen om aan te geven of er sprake is van plantmateriaal dat is ondersneden/afgepend, verplant of terug gesneden (wortel/scheut). Ook het aantal groeiseizoenen kan worden aangegeven. Daarnaast kan worden aangegeven of er sprake is geweest van preciesiezaai of dat er in plug geteeld is. Voor een goede bewortelingstoestand is ondersnijden of verplanten belangrijk, waardoor later de aanslag beter zal verlopen.  

Conditionele kwaliteit  

Door te zorgen voor een goede conditionele kwaliteit is de aanslag van het plantmateriaal beter, wordt een homogene aanplant verkregen en wordt voorkomen dat er later met hoge kosten veel ingeboet moet worden.  

De conditionele kwaliteit wordt bepaald door de mate van zorgvuldigheid waarmee het plantmateriaal behandeld en verhandeld wordt. Belangrijk is onder andere dat het plantmateriaal tijdens het transport goed beschermd wordt tegen verdroging en/of bevriezing en dat er op de juiste wijze geplant (plantgat voorbereiding) wordt. Ook moet voorkomen worden dat onder bepaalde omstandigheden broei kan ontstaan of dat onvoldoende gasuitwisseling (zuurstof/koolstofdioxide) plaats heeft. Tussenopslag moet zoveel mogelijk worden vermeden en indien dit niet mogelijk is moethet plantmateriaal dan altijd opgekuild worden. Het is verder uiteraard van belang dat ziektevrij materiaal geleverd wordt. 

Kwaliteitsborging  

Vegetatief vermeerderd materiaal 

Bij de keuring van vegetatief vermeerderd teeltmateriaal op de bedrijven die dit in Nederland produceren wordt door Naktuinbouw gelet op de soort- en rasechtheid, de gezondheid, de uitwendige kwaliteit en eventuele herkomst. De standaard keuringen vinden plaats op basis van voorschriften die zijn gebaseerd op de Zaaizaad en Plantgoedwet en het Keuringsreglement en beleidsregels Siergewassen. Materiaal dient onder de correcte benaming ‘in het verkeer’ te worden gebracht en moet voldoen aan minimum-eisen wat gezondheid en kwaliteit betreft. Bij de uitvoering van de standaardkeuringen zijn de Richtlijnen 98/56/EG (Verkeersrichtlijn Siergewassen die kwaliteitsaspecten regelt) en de nieuwe EU-Plantgezondheidsverordening 2016/2031/EG (die gezondheidsaspecten regelt) van toepassing.

Generatief vermeerderd materiaal 

Keuringen en inspecties worden door de Naktuinbouw uitgevoerd in het gehele traject. De controles worden uitgevoerd op de inzameling en verhandeling van zaden, importen van zaden en plantmateriaal en op de teelt en verhandeling van plantmateriaal. Al het generatief vermeerderd plantmateriaal dient tenminste te voldoen aan de standaard-eisen. Hiervoor zijn de Richtlijnen 98/56 EG (Verkeersrichtlijn Siergewassen) en de nieuwe EU-Plantgezondheidsverordening 2016/2031/EG van toepassing.  

Plantmateriaal dat gebruikt wordt voor bosbouwkundige doeleinden dient te voldoen aan de eisen die gesteld worden in de Bosbouw-richtlijn van de EG (1999/105/EG). In Nederland is deze richtlijn uitgewerkt in de Zaaizaad- en plantgoedwet van 2005. Materiaal dat voldoet aan de eisen van de richtlijn wordt in Nederland gecertificeerd door de Naktuinbouw en verhandeld met een begeleidend (leveranciers)certificaat van herkomst, waarop ook de categorie waarin het materiaal is ingedeeld is vermeld. Let wel: als teeltmateriaal voor aanplant in bossen/landschappelijke beplantingen wordt gebruikt dient dus altijd een dergelijk certificaat Naktuinbouw bij het geleverde materiaal aanwezig te zijn. Het biedt waarborging voor de herkomst van de planten. 

Vragen?  

Op de website van Naktuinbouw is aanvullende specifieke informatie over voorschriften en EU/NL wetgeving te vinden.